In een rustig tempo liep Ailéro met Awayz, zijn wolf, door de bossen. Hij was blij dat hij regelmatig weer naar hem terugkeerde ondanks dat hij voor zijn pups moest zorgen. De gedachten aan de tijd dat Awayz pup was zorgde voor een vrolijke glimlach op zijn gezicht. Een hoog piepje was te horen, het kwam van Awayz, zo te merken had hij wat opgemerkt. Nieuwschierig volgde hij hem. Hij hoorde het water klotsen en al snel merkte hij waar hij hem heenleidde, er zat een meisje op een rots, hij hoorde de angst in haar stem die toch wat dreigend overkwam. 'Rustig maar, ik doe je niks' Zei hij met een vriendelijke stem terwijl Awayz aan haar ging snuffelen waarna hij die o-zo-geweldige begroeting ook bij haar deed, de lik in het gezicht. Hij moest er toch wel een beetje om lachen.