Ondanks hij al een tijdje gelopen had onderweg naar het Deep Lagoon begon zijn enkel weer aardig te zwellen. Maar stilzitten kon hij gewoon niet. Door zijn ritme qua slapen, iedere keer maar net twee uurtjes was hij heel snel bijgetankt en kon hij weer volop aan de gang, als hij dat niet deed werd hij gewoon gek van binnen. Hij had zijn geweer bij zich, als steun. Hij hield zijn omgeving goed in de gaten. Hij was op zijn hoede voor al het gevaar wat je je maar kon bedenken. Uiteindelijk hoorde hij water en liep eropaf. Eenmaal bij het water aangekomen zag hij pas hoe groot het was. Hij had zoiets nog nooit gezien, enkel water uit een glas, regenwater of een klein meertje tijdens een oefensessie. Hij keek om zich heen terwijl hij verder liep, naar de rotsen. Hij keek over de rand en zag een soort grot geval. Uit het zich voor luchtaanvallen, en ook ook van andere mensen voor zover hij kon zien. Hij liet zich over de rand vallen en ving zich op met zijn handen op het plateau. Hij trok zich terug in de grot en keek naar het water dat telkens dreigend op hem afkwam. Hij legde zijn geweer aan de kant en ging liggen. Hij ging kapot van de honger maar had het niet over zijn hart kunnen verkrijgen het hertje dood te schieten die hij tegen was gekomen. Hij had het warm, omdanks dat de temparatuur koud was buiten. Hij bleef liggen, met zijn rug tegen de rotsen en zijn blik naar het water gericht. Hij bleef luisteren naar de geluiden van het water en viel uiteindelijk in slaap. Hij had een nare nachtmerrie. Hij werd gevonden door de blanken, mee teruggenomen naar het kamp waar hem het ergste stond te wachten. Toen het geweer op hem gericht stond kneep hij zijn ogen dicht. Het schot klonk en met een shock werd hij wakker. Hij kwam met zijn hoofd tegen de steen waar hij tegenaan lag. Hij keek om zich heen waar hij was. Hij zag iemand staan en schrok zich dood. Hij dacht dat niemand hem hier zou vinden. Hij kwam vlug overeind en staarde naar het silhouet, het duurde even voordat het tot hem doordrong wie het was. Waupatukway.. Dacht hij en ontspandde weer wat meer. Hij hoopte maar dat ze nergens boos over was tegenover hem, hij had geen zin in een gevecht. 'Hee' Zei hij met een lichterlijk slaperige ondertoon. Hij zorgde dat zijn rug kon leunen tegen de rotsen en keek even naar buiten. Het was al donkerder aan het worden. Hoelang was hij weggeweest..? Dacht hij.