Deze beek ontspringt in het Ashoka meer en kronkelt door het hele land. De rivier is breed en ondiep, maar oversteken wordt bemoeilijkt door de gladde stenen op de bodem. De zon verwarmd het ondiepe water tot een aangename temperatuur.
Terwijl Nilam Creek afbuigt naar het zuidwesten wordt de rest van het land steeds droger. Het gras wat hier groeit is taai en sterk. Er groeien geen bomen door het gebrek aan water, alles is eindeloos vlak. Toch zwerven hier kuddes bizons over de prairies en ook paarden vinden het een prettige omgeving.
Diep in het zuiden van het land gaan de vruchtbare vlaktes over in het steppe gebied Rohana Plains, om vervolgens te ontaarden in een vruchteloze woestijn. Meters hoge zandduinen onttrekken de zeldzame, kleine oases aan het zicht. Niemand weet hoe groot de Chanda Desert is, het gebied is lastig te doorkruisen. Overdag is het bloedheet, 's nachts daalt de temperatuur onder nul en er is weinig beschutting tegen de plotseling opstekende zandstormen.