[srry, k hou van deze smielie XD]
Met een vlot drafje ging de bruine merrie naar Little Creek. Een kleine beek, waar het water rustig kabbelde waar mens en dier zo water uit kon drinken. Het was in ieder geval beter dan de rivier. Visual was hier nog maar net aangekomen, en moest wel even wennen aan dat er nu ook tweevoeters door het wild rondliepen. Ze zag ze weleens eten, of wapens slijpen bij hun vreemde "kuddes met speciale bomen". Of heetten die bomen nou tipi's? Visual was dus nieuw hier, en ze was om een of andere reden een echt kuddedier. En na wat onderzoek te hebben gedaan kwam ze erachter dat hier maar 3 kuddes waren. En de beste leek haar dan Whispering Angels. Niet alleen omdat een kuddelid haar niet meteen aanviel, maar ook omdat deze waarschijnlijk de neutrale kudde was. Nu maar hopen dat ze hier geen indiaans accent hadden, die paarden hier. Vast wel niet, paarden bleven paarden in alle opzichten. Ze brieste zachtjes en schraapte met haar hoef over de steen. Bah, hier was geen aarde. Ze had het minibeekje tenminste wel gevonden. Het was een klein, smal, rustig kabbelend beekje dat niet eens een vlieg zou meetrekken in de stroom. Misschien zou het verderop wel wat breder zijn? Ach, ze was ook veel te dicht bij de bron. Maar daar was het water wel het meest zuiver van alle plekken van het beekje. En omdat het redelijk stenig hier was, was het niet zo heel druk. Voorzichtig liet ze haar hoofd zakken tussen de stenen en nam een slok van het beekje. Na de lange reis hiernaartoe was de slok een plezante verkoeling. Ze besloot wat lager te gaan waar wat meer ruimte was. De stenen waren irritant om op te lopen, maar uiteindelijk kwam ze bij een beter stuk grond om op te staan. Ze gooide haar benen sierlijk in de lucht en een luide hinnik weerklonk naar de leider van Whispering Angels, Faceless.
[&'nd Faceless]